Bevrijding van Enschede
Ernest (Ernie) Briggs
5th Battalion
Coldstream Guards
Guards Armoured Division
De bevrijding van Enschede
Ons peleton
De opmars naar de Rijn
Herdenking
Aanmelden voor het leger
Ik werkte op mijn zeventiende in een garage toen ik me vrijwillig meldde voor dienst bij de Coldstream Guards. Mijn vader had in hetzelfde regiment gediend tijdens de eerste wereldoorlog. Ik mocht niet eerder beginnen met de training dan dat ik zeventien en een half was. Op je achttiende werd je opgeroepen voor het leger dus ik was er twaalf maanden eerder bij.
De bevrijding van Enschede.
Het battalion stak op 30 maart de Rijn over bij Rees. We staken de rivier over via een pontoon brug. De pontoons waren aan elkaar vast gemaakt en daarbovenop was een weg gelegd. Die avond nadat we waren over gestoken overnachtten we in Dinxperlo waar we ons kamp hadden opgezet. De volgende ochtend bevrijdden we Neede wat vrij gemakkelijk ging. De ochtend van de 1e april bevrijdden we Enschede.
Britse soldaten bedienen een 3 inch mortier in Duitsland in 1945. Bron: IWM
Ons peleton.
Ik zat zelf bij het mortier platoon en was dus een stukje verder naar achteren gepositioneerd van de voorste troepen. We namen een positie in op de weg tusen Neede en Enschede waarbij we Enschede konden zien. Er vlogen enkele granaten onze kant op die in de lucht ontploften (air burst), maar deze troffen geen doel. Niemand raakte gewond. Even later kregen we opdracht om de stad in te trekken en om positie te nemen in de buurt van het ziekenhuis. Er waren geen burgers op straat. Dit was begrijpelijk want de stad was nog niet vrij van de vijand. Later in de middag verzamelde zich een woedende menigte bij een nabij gelegen huis. Onze Nederlandse vertaler Jos Monijn ging er naartoe om de problemen op te lossen. Jos droeg het Engelse uniform van een Sergeant, drie strepen. Wij bemoeiden ons er verder niet mee omdat het ons niet aanging. Nadat de stad was gezuiverd van de vijand keerde mijn platoon (peloton) terug naar de eerdere posities buiten Enschede. Terwijl we ons camp aan het opzetten waren voor de nacht werden we uitgenodigd om de nacht in een huis aan de rechterkant van de weg op de weg naar Enschede door te brengen. We namen het aanbod aan omdat het beter was dan in de open lucht te slapen.
Op twee mei verzamelde het battalion zich weer en trokken we achter de Scots Guards en de Welsh Guards aan door Denekamp en van daar gingen we de grens met Duitsland over en trokken verder richting Nordhorn. Terwijl we Enschede uittrokken kwamen er groepen burgers langs de weg staan om ons te bedanken en het beste te wensen. We waren bij om al die vrolijke gezichten te zien en het gaf ons een goed gevoel dat we hen hadden bevrijdt.
Opmars naar de Rijn
Het mortier peloton waar ik in zat was een kleine eenheid van zo'n man of twintig. De mortier heeft een hoge baan en dus zaten we wat verder van de vijand af dan de andere eenheden. We raakten tijdens onze opmars nooit betrokken bij vuurgevechten met geweren. Wel lagen we vaak onder vuur van artillerie. We wisten maar weinig over de vijand op ons niveau als gewone soldaten. We hadden een opdracht uit te voeren en verder werden we niet geïnformeerd. We kregen onze doelen op basis van referenties op een kaart. Deze doelen kregen we door van de vuurleiding maar soms ook direct van onze peloton officier of van een infanterie officier. Ons peloton bevatte mannen van alle lagen van de bevolking. Ze waren allemaal een stuk ouder dan dat ik was. De mannen waren erg vriendelijk voor elkaar en beschermden elkaar. We waren een hechte eenheid. Ik kwam bij het peloton als corporaal en ondervond geen problemen om bij de groep te horen. Tijdens de gehele opmars kreeg het peloton slechts twee dodelijke slachtoffers te verwerken. Ik heb na de oorlog met een aantal van ons peloton contact gehouden maar die zijn inmiddels allemaal overleden.
Als eenheid was het mortier peloton erg zelfstandig. We hadden ons eigen voedsel mee en kookten het zelf wanneer dat kon dit werd gedaan in een grote bak met aarde en een beetje benzine. Dat ging erg langzaam. De infanterie eenheden kregen hun voedsel naar zich toegebracht. Toch benijdden we de infanterie niet. Ze verdienden het want ze deden het geweldig.
De strijd om het bruggenhoofd bij de Rijn was een erg harde strijd. Uur-U was om 1H30 mijn eenheid de helling af in het volle zicht van de vijand. We kwamen veilig beneden. We hebben onze mortieren daar niet afgevuurd. Om ons heen stonden tanks in brand. Het bataljon verloor dertien mannen die dodelijk werden getroffen en nog veel meer die gewond raakten. Rond middennacht werden we afgelost. We kregen orders om terug te keren naar onze vorige posities. We kregen de instructies dat als een voertuig stuk zou gaan op de terugtocht dat we die moesten laten staan. We keerden zonder problemen terug.
De eenheden die ons aflosten wisten later te melden dat de Duitsers zich hadden teruggetrokken. We hadden de slag gewonnen en daar waren we trots op. Niemand had dat beter kunnen doen.
Het meeste geluk heb ik gehad in Zevern in Duitsland waar er een granaat 18 inches van mijn schuttersputje ontplofte. Een vriend werd bij die inslag gedood. Van 7 maart 1945 tot 26 april 1945 werden er 53 mannen van ons bataljon gedood en raakten er veel meer gewond.
Herdenking:
1995. Ik liep met twee kameraden op straat in Enschede toen twee kleine meisjes bij hun moeders wegrenden naar ons toe om ons te bedanken voor wat wij hadden gedaan voor Nederland. Wat een geweldig gebaar was dat!
Ernest Briggs is terug geweest in Enschede in voor de bevrijdingsparades in 1995, 2000, 2005 en 2010.
Bron: Briefcorrespondentie met Ernest Briggs in 2013.
Ik hoor graag van u wat u van de website vindt.
Wanneer u informatie wilt delen is dat ook erg welkom.
Klik dan hier om mij te mailen.
Wilt u verder lezen over Enschede tijdens de tweede wereldoorlog?
Er zijn in de afgelopen tijd diverse interessante boeken uitgebracht:
- Knokploegen, Coen Hilbrink
- Twente 40-45, Jan Haverkate & Gerard Vaanholt
- Dirk van der Meer, De strijd van een verzetsman, Ties Wiegman
- Leven landschap, een cultuurgeschiedenis van het Lonneker Land en de vliegbasis Twenthe, Jan Schukkink